Dag 2622 december 2016 |
Onderweg IIHet was ver. Het was heel ver naar Bethlehem. Het was wel vijf dagen reizen naar Bethlehem. Vijf lange dagen door hitte en zon. En elke dag stapte Maria weer op mijn rug. Dat viel niet mee, echt niet. Dat was zwaar. En elke dag kwamen die zadeltassen weer over mijn rug heen. Ik geef het je te doen. Ik deed mijn uiterste best om het goed vol te houden. En ik hield vol. Natuurlijk!! Maria zat op mijn rug. En soms, als ik heel moe werd, dan fluisterde Maria in mijn oor. Lieve woordjes als: “Lieve Donky, nog even volhouden. Dan gaan we zo rusten!”En dan voelde ik nieuwe kracht. Dan kon ik meer dan het gewone, voor haar…. En het kindje in haar buik.Op de vijfde dag zei Jozef. We komen nu steeds dichterbij. Het zal niet lang meer duren. Achter die hoge heuvel, daar ligt Bethlehem. Ja ja, achter die heuvel. Maar dan moesten we wel eerst die heuvel op. Ik was al zo moe. Vier en een halve dag lang hadden we gelopen. Heuvel op, heuvel af. En nu dus weer die hoge heuvel op. Ik weigerde. Ik stopte. Ik verzette geen stap meer. Ik wilde eerst rust. En toen stapte Maria af en zei: “toe maar Donky, ik loop de heuvel wel op”! Maar dat wilde ik helemaal niet. Ik ging door mijn hoeven om te laten zien dat ze op mijn rug moest gaan zitten. Dat deed ze. En met mijn laatste krachten liep ik de heuvel op. Met Maria op mijn rug. En bovenop gekomen zagen we Bethlehem. Wat fijn. Geen heuvels meer, alleen nog maar beneden. Jozef wilde direct verder, maar Maria zei:”Donky moet eerst rusten. En ik heb ook dorst. We gaan hier even zitten.” Ik keek haar dankbaar aan en zo keken we van de heuvel naar beneden, naar Bethlehem. |