Dag 2521 december 2016 |
Onderweg IJozef en Maria namen me mee naar een klein huisje. Achter dat huisje was nog een schuur. In die schuur stonden allemaal timmerspullen: verschillende hamers, een schaaf om planken mee glad te maken, een paar zagen en schuurstenen. Die schuur werd nu ook mijn stal. Maar dat was maar voor een nacht. De volgende dag werd ik volgeladen. Vooral kleren en eten. En water natuurlijk. We gingen op reis. Op reis naar Bethlehem.Dat moest van de Romeinse keizer. De Romeinen waren de baas in Israel. De Joodse mensen die er wonen waren dat niet. De Romeinse keizer wilde weten hoeveel mensen er in zijn rijk woonden. Dus moest iedereen geteld worden. Ingeschreven. En dat moest op de plaats waar ze vandaan kwamen. Dus er waren veel mensen op reis in die tijd. Jozef en Maria moesten naar Bethlehem. Ze kwamen daar vandaan, hier was vroeger Koning David geboren. En bepakt en bezakt gingen we op reis. Ik, Donky, de ezel, Maria op mijn rug, de bagage in zadeltassen aan mijn flanken. En Jozef liep voorop. Die wist de weg. |