Melchiors wierook
De derde avond vertelt Melchior zijn verhaal. Ik was al wat ouder toen ik aan deze wierook kwam, zegt hij. Ik was al bijna 30. Ik was al een beetje bezig om wijs te worden. Ik ben op bezoek gegaan bij de wijze mannen van de tempel. De mannen die mooie verhalen vertellen over goed en slecht. En de mannen die mooie spreuken vertellen en schrijven hoe je moet leven. In die tempel brandt altijd wierook. Het lijkt er altijd een beetje mistig. En het ruikt er altijd een beetje zoet. Maar een dag van het jaar is extra belangrijk. Dan brandden ze ook andere wierook. Op die dag denken ze aan de man die de tempels heeft bedacht. De man met wie alles begonnen is. En dan branden ze speciale wierook die niemand kent alleen de mannen van de tempel. Zo ook die belangrijke dag. Alleen, die dag ging het helemaal mis. Zoals jullie weten brandt wierook op. Er is dus vuur voor nodig. Geen vlammen, maar smeulend hout. En dat is wel heet. En dat kan ook brand veroorzaken. Ik was die morgen op weg naar de tempel, en kwam er al vroeg aan. Midden in de nacht was het bijzondere wierookvat aangestoken en ik wilde al vroeg die bijzondere geur ruiken. Ik zag de rook uit de tempel komen. Erg veel rook voor mijn gevoel maar ik dacht nog dat het van die bijzondere wierook kwam. Totdat ik bij de deur kwam. Toen zag ik wat er gebeurd was. Het vat met wierook was omgevallen bovenop de rollen met wijze verhalen en spreuken. De rollen smeulden al en enkele branden al echt. Ik heb heel hard geroepen en mijn mantel uitgedaan en die over de rollen gegooid. Ik hoopte dat ze niet verder zouden branden, toen heb ik het wierookvat naar buiten gerold. Vlak voordat ik buiten was, kwamen de wijze mannen van de tempel er aan. Ze hielpen me met het vat, gooiden water over de mantels en die weer over het vuur. Zo is het gestopt. Op het nippertje. Anders was de hele tempel met de verhalen en de spreuken afgebrand. De wijze mannen van de tempel waren zo blij, dat ze mij de rest van het wierook hebben gegeven. Een wonder, zeiden ze. En ze waren heel dankbaar. En daarom geef ik het wierook aan de bijzondere koning. Dat vind ik een mooi geschenk.
|