Inleiding
Voor de derde keer die maand zitten ze bij elkaar. Caspar, Melchior en Baltasar.
En voor de derde keer bespreken ze die wonderbaarlijke ster die ze gezien hebben aan de donkere hemel. Normaal komen ze een keer per maand bij elkaar om hun waarnemingen te delen. Ze zijn alle drie geïnteresseerd in de sterrenhemel en eigenlijk gaan hun maandelijkse gesprekken alleen maar over de sterren en de planeten. Ze hebben elkaar per ongeluk ontmoet op de souk (markt) toen ze op zoek waren naar oude boekrollen over de sterren. Ze stondentoevallig bij dezelfde kraam met boekrollen en van het een kwam het ander. Ze gingen samen wat drinken in het theehuis en deelden hun kennis. Zo spraken ze af om elkaar maandelijks te ontmoetten in het huis van 1 van hen om de gesprekken voort te zetten. En zo ontmoeten de drie wijze mannen elkaar elke maand en deelden hun kennis en waarnemingen. Soms was dat bijzonder, soms ook niet en was het alleen goed om onder gelijkgestemden te zijn. Vrienden werden ze zo. Al 10 jaar lang ontmoetten zij elkaar op deze manier tot veertien dagen geleden. Toen was er iets bijzonders gebeurd. Iets wat ze alle drie hadden gezien. De postduiven vlogen heen en weer tussen de drie geleerden en zo zaten ze nu al voor de derde keer deze maand bij elkaar. Zo bijzonder was hun waarneming.
|